Terbeschikkingstelling van kamers en woningen via een internetplatform: verboden bestemmingswijziging en onderhuur?

Citation:

Bram Devolder. 2016. “Terbeschikkingstelling van kamers en woningen via een internetplatform: verboden bestemmingswijziging en onderhuur?” Tijdschrift voor Belgisch Burgerlijk Recht / Revue Générale de Droit Civil, 7, Pp. 378-393. Publisher's Version

Abstract:

De toename van het aanbod van kamers en woningen op internetplatformen doet heel wat juridische vragen rijzen. In een recent vonnis oordeelt de vrederechter te Brugge dat de frequente terbeschikkingstelling van een gehuurd goed via Airbnb in concreto de contractuele bestemming van het pand miskent en verboden onderhuur vormt. De uitspraak illustreert dat de beoordeling en de kwalificatie naar vigerend recht van het zogenaamde “delen” in de sharing economy niet eenvoudig is. Deze bijdrage gaat na in welke mate de terbeschikkingstelling van een gehuurd onroerend goed via een internetplatform een verboden bestemmingswijziging en verboden onderhuur kan uitmaken en welke sanctie dergelijke wanprestatie desgevallend rechtvaardigt. Een vergelijking met het Franse, Nederlandse, Duitse en Zwitserse recht, waar de wetgeving alternatieve oplossingen mogelijk maakt en/of er al meer relevante rechtspraak bestaat, moet de problematiek kaderen. Naar vigerend recht blijkt er een beperkte ruimte te bestaan voor het aanbod van een gehuurd goed op een internetplatform. De residentiële bestemming van het goed verzet zich in principe niet tegen de kosteloze of occasionele ingebruikgeving. Een verbod op onderhuur laat evenwel weinig ruimte voor een flexibel gebruik van een gehuurd goed, nu de verhuurder in principe steeds zijn toestemming kan weigeren. Bij de beoordeling van de ernst van de wanprestatie legt de nog prille buitenlandse rechtspraak een zekere soepelheid aan de dag zodat de hoofdhuur niet altijd wordt ontbonden.